Mathmatch
Image default
Woning en Tuin

Hoe je als een professional een verlichtingsplan aanpakt

Een lichtplan omhelst veel meer dan alleen het kiezen van de juiste armaturen. Laat je inspireren door de professionals en leer de beste verlichtingstrucs van hen.

Laat het verlichtingsontwerp geen bijzaak zijn. Hoewel het relatief gemakkelijker kan zijn om een bestaand verlichtingsschema aan te vullen met vrijstaande lampen, doet het bedrade verlichtingssysteem het grootste deel van het zware werk in de manier waarop je een ruimte gebruikt.

Doe je het goed dan heb je een huis dat comfortabel voelt en functioneel is om te gebruiken ook als het donkerder wordt. Doe je het verkeerd dan is gelijk de hele sfeer van de ruimte weg.

Met een lichtplan wordt niet alleen het kiezen van de juiste armaturen en fittingen bedoeld. Maar ook dat je ervoor zorgt dat er voldoende verlichting is van verschillende soorten, die de ruimte op de juiste manier accentueren en er op de juiste manier mee interageren. Verlichting kan zelfs van invloed zijn op je gezondheid, dus er staat veel op het spel bij het creëren van een uitstekend lichtschema voor je huis.

Welke soorten verlichting kunnen worden gebruikt in een lichtplan?

Er zijn drie hoofdtypen verlichting die worden gebruikt in een verlichtingsplan – maak jezelf vertrouwd met de verschillende termen die voor elk worden gebruikt. Je zou kunnen overwegen om in de meeste kamers een combinatie van alle drie de typen te gebruiken voor een goede ‘gelaagde’ aanpak.

Omgevingsverlichting Dit is de verlichting die algemene verlichting geeft aan een kamer. Bronnen zijn onder meer grote pendels, ingebouwde downlighters en in sommige gevallen zelfs wandlampen.

Taakverlichting

Dit geeft extra, gerichte verlichting aan die gebieden waar dagelijkse activiteiten plaatsvinden, zoals lezen, koken en werken. Vloer-, tafel- en bureaulampen zijn allemaal goede bronnen van taakverlichting, net als de verlichting in afzuigkappen en make-upspiegels; plafondlampen kunnen echter ook als taakverlichting worden beschouwd omdat ze functioneel zijn in plaats van sfeervol.

Accent- of sfeerverlichting

Deze wordt gebruikt om objecten of architecturale kenmerken te accentueren waarop je de aandacht wilt vestigen, zoals kunstwerken, kasten of beeldhouwwerken. Richtbare spots op rails, kroonluchters op een laag niveau, ingebouwde en verborgen LED-strips zijn allemaal goede voorbeelden.

Door dimmers te gebruiken en een elektricien te vragen de lampen op aparte schakelaars te installeren, zodat elk ’type’ onafhankelijk kan worden bediend, kun je gemakkelijker verschillende stemmingen creëren.

Hoeveel lichtbronnen moet een verlichtingsontwerp bevatten?

Grote kamers hebben uiteraard meer licht nodig dan kleine, maar om gemakkelijk de hoeveelheid licht te berekenen die nodig is voor een bepaalde kamer, hier een rekensom. Bereken de grootte van de ruimte in vierkante meters en reken ruwweg 25 watt per meter (250 lumen). Dit licht moet niet van één enkele bron komen, maar eerder van een combinatie van verschillende lampen.

 

Hoe meer lichtbronnen je hebt (die afzonderlijk worden bediend via individuele schakelaars of slimme verlichtingssystemen), hoe meer de ruimte zich kan aanpassen aan verschillende behoeften en verschillende stemmingen kan creëren. Als je er echter te veel hebt, wordt het verlichtingsplan te ingewikkeld en worden sommige lampen overbodig.

Als vuistregel kunt je uitgaan van minimaal vier lichtbronnen per kamer, met een mix van de verschillende soorten verlichting die hierboven zijn beschreven.

Hoe maak je een verlichtingsontwerpplan?

Een verlichtingsplan is iets wat je zelf kunt bedenken, nadat je het gebruik, de grootte en de natuurlijke lichtniveaus in elke kamer hebt beoordeeld. Als alternatief kan een interieurontwerper, je architect, elektricien of een gespecialiseerd verlichtingsbedrijf er een voor je maken.